Beste allemaal,
Deze week was weer gekenmerkt door feiten die buiten onze controle plaats vinden maar die wel onrust zaaien onder de burgerbevolking.
Zo pas werden de cijfers van de moorden tijdens de eerste week van maart bekend: 16 moorden per dag!! In februari hadden we een gemiddelde van 11 moorden per dag.
Verder was er natuurlijk de vrees voor een tsunami, naar aanleiding van de aardbeving in Japan. De scholen langs de kust sloten hun deuren, de vissers bleven aan wal, de toeristen gingen andere dingen bekijken (behalve natuurlijk de toeristen die op sensatie belust zijn). Gelukkig was het vals alarm en kwam de tsunami hier aan in een erg verzwakte vorm.
Toch zijn er ook positieve zaken te melden. In het bulletin van de Christelijke Basisgemeenschappen van de Bajo Lempo in Usulutan konden we dicht positieve bericht lezen:
De Minister voor Landbouw, López Suarez, op bezoek in de Coöperatie La Maroma: Een teken van hoop
Maanden geleden schonk het ministerie zaaigoed voor maïs aan verscheidene coöperaties. Dit aanbod kwam aan via de Vereniging Mangle van de Coördinatie van de Bajo Lempa.
De coöperatie La Maroma zaaide 25 manzanas (ongeveer 20 hectares) maïs. Het doel van dit Project is ervoor zorgen dat het land geleidelijk aan haar eigen voedsel kan produceren, want op vandaag worden maïs en bruine bonen ingevoerd.
De minister en zijn gevolg kwamen op 11 februari kijken naar de resultaten van het project.
Op die manier had de minister de gelegenheid om contact te leggen met de campesinos (campesino staat voor kleine boeren, in tegenstelling tot de grote boeren; dat zijn de hacendados), georganiseerd in coöperaties. De minister werd helemaal verlicht!
Hij hoorde de mensen niet vragen om een aalmoes of geschenken. Hij hoorde van de campesinos dat ze bereid waren te produceren en van de provincie Usulutan opnieuw de graanschuur van het land te maken. De mythe die de vroegere grootgrondbezitters verspreiden dat de Landbouwhervorming een totale mislukking was viel als een kaartenhuis in mekaar. De minister stelde vast dat de campesinos harde werkers zijn en zag de maïsvelden bloeien en 80 manzanas (64 hectares) met witte bonen zonder een vlekje. De emotie was groot.
Hij luisterde naar de geschiedenis van de coöperaties in de regio: La Maroma, Nancuchiname, Normandía, Nueva Esperanza en dat ze nog bestaan, ondanks de vorige regeringen (die de landbouw totaal verwaarloosd hebben om winst te maken via de invoer van landbouwproduckten), echt ondanks...
De mensen feliciteerden de minister, want het was de eerste keer in meer dan 30 jaar dat ze bezoek kregen van een minister.
De minister leerde dat de campesinos, om hun coöperatie te redden, meer dan een jaar zonder salaris hebben gewerkt, want niemand gaf kredieten noch enige steun. Hij leerde dat de coöperaties zich er bovenop gewerkt hebben uitsluitend door eigen inspanningen, gesteund in sommige gevallen door buitenlandse hulp of door de kerk.
Hij leerde dat de campesinos niet achterlijk of lui zijn, niet onwetend want ze vertelden de minister dat een land dat niet zijn eigen voedsel produceert een arm land is en op drift. Dat een land waar de campesinos geen rechtvaardig loon voor hun werk krijgen een land is in handen van de tussenhandelaars (coyotes worden die hier genoemd: wolven). Die tussenhandelaars kopen de produkten tegen onrechtvaardige prijzen en verkopen die weer aan de consumenten tegen woekerprijzen.
Hij hoorde dat de campesinos sinds meer dan 30 jaar het slachtoffer van het neoliberalisme zijn. Die verkiezen voedsel te importeren in plaats van te produceren. Het totaal onrechtvaardige staatssysteem dat alleen armen produceert om die naar de Verenigde Staten te exporteren zodat ze geld kunnen sturen. Met dat geld kopen de mensen dan ingevoerde artikelen die door de tussenhandelaars duur verkocht worden.
De boeren vertelden de minister dat de invoer van kunstmest en bestrijdings middelen een monopolie zijn die prijzen aanrekenen die geen winst toelaat bij de produktie. De minister leerde dat de boeren hard werken en werk verschaffen aan heel veel mensen uit de regio, ook aan mensen die geen lid van de coöperaties zijn.
De minister moest ook vaststellen dat er in de regio van de Bajo Lempa minder geweld is dan in de rest van het land, precies omdat de mensen werk hebben...
De minister was erg ontroerd de realiteit van de campesinos te hebben gezien. Hij zei: “Nu heb ik me er rekenschap van gegeven waarom ons land niet vooruitgaat. Omdat men geen rekening met de campesinos heeft gehouden. Maar dat zal veranderen. We gaan die ervaring vermenigvuldigen en we gaan de technische bijstand geven aan wie die nodig heeft. Deze ervaring hier spreekt over de toekomst en zal het leven van de mensen hier en in het land verzekeren”.
Nadat de minister de landbouwvelden had bezoht was het tijd om andere streken te gaan bezoeken. Hij is weg maar gaf wel verklaringen voor de televisie: “Het land moet procuderen wat het gebruikt. En het is mogelijk Ik heb de realiteit gezien”.
Dank, minister. We vertrouwen u op uw woord en we geloven in het Rijk Gods.
Tot zover het artikel. Tot een volgende keer maar weer.
Groetjes van
Rosa (Guadalupe) en Willibrord (Guillermo)
No hay comentarios:
Publicar un comentario