Beste allemaal,
Hoewel we zegden dat er deze week geen bericht zou zijn, toch een inspanning geleverd. Het is een vertaling van een artikel dat geschreven is door Dagoberto Gutiérrez, een (soms polemische) politiek analist. Maar het thema lijkt me zó interessant én actueel, dat ik het de moeite waard vond om het artikel te vertalen.
El Salvador:De Mijnbouw, de markt en de macht
Na lange jaren en een langdurige stilte in de duistere grotten van de mijnen, hebben de transnationale bedrijven goud ontdekt en gelokaliseerd in het noorden van het land. Een uitgestrekte strook, als een rivier van bloed, loopt langs de departementen van het noorden en, zoals bloed de roofvogels aantrekt, zo trekt het goud de koopmannen van de metaal mijnbouw aan. De stilte wordt doorbroken en de bedrijven beginnen een proces dat loopt van de verkenning, via de uitbating naar de handel.
Het bedrijf Pacific Rim, van Canadees kapitaal, is het meest energieke bedrijf en dringt door in het gemoed van de gemeenschappen van Cabañas , want dit El Dorado gebied blijkt, zo zeggen de onderzoeken, vol met goud te zitten.
De rust in de gemeenschappen wordt doorbroken, zoals de spiegel van een waterput wanneer er een steentje in valt; in het begin reageert het volk niet en het over en weer gaan van de machines, de vrachtwagens, vreemdelingen en buitenlanders, onbekenden en verdachten, stilzwijgend en schichtig, begint na verschillende maanden het leven van de gemeenschappen te verstoren. Het mijnonderzoek vertelt aan de kooplui of er goud zit in die grond vol stenen, hoeveel goud en wat het bij benadering waard is.
Zoals gewoonlijk gaat het om eenvoudig landgoed, blijkbaar zonder waarde aan de oppervlakte, vol stenen, met struiken, maar verbonden met de bronnen van water, zowel aan de oppervlakte als de ondergrondse waterbronnen. Daarom precies hebben de gemeenschappen een leven dat sterk verbonden is met die grond, die in de intieme grotten het zo begeerde goud verbergt. Het punt is dat de opeenvolgende regeringen alle mijn-rijkdom van het land aan de grote bedrijven hebben gegeven. Nooit hebben ze over verantwoordelijkheid gesproken, minder nog over schuld door de schade die ze aanrichten aan de omgeving en aan de levende wezens, mensen en dieren. En nu, met de dollar in crisis hebben de kapitalisten van onze planeet liever goudstaven in plaats van groene dollar biljetten die morgen misschien niets meer waard zijn. Dit metaal is opnieuw begeerd en gezocht en, wee het land dat het ongeluk heeft goud in hun grond te bezitten! Want de roofvogels, van om het even welk plumage en met welke bek ook, zullen de ogen uitprikken van de mensen, van het land, van de dieren en van de natuur. Dat alles voor een ons goud.
Het slechte nieuws dat je goud onder de grond hebt of olie, kolen, water of aardgas, heeft te maken met het feit dat je tegelijkertijd een regering en een oligarchie hebt die ondergeschikt zijn aan de bedrijven die deze natuurlijke bronnen boven halen, zonder dat het land of de gemeenschappen er enig voordeel uit halen. Integendeel: zij lijden er onder en betalen de kosten van de vernieling van hun omgeving, van de vervuiling van hun gronden, van het water, van de mensen. Dat alles heet “neveneffecten” die de gemeenschappen moeten betalen. De winst, dat wel, wordt door de bedrijven in hun zak gestoken.
Deze ongelijke en perverse uitwisseling roept bij de gemeenschappen verzet op tegen de mijnbouw. Die kapitalistische activiteit wordt een dodelijke bedreiging voor de mensen. En als het gaat om El Salvador, met een minimaal grondgebied, met minimale natuurlijke bronnen, minimale regeringen, een grote bevolking en een enorme vraatzucht in de oligarchie, dan veroorzaakt de mijnbouw een verzet dat te verwachten is. De gemeenschap, dag na dag, heeft geleerd achtenswaardig te zijn.
Natuurlijk, als er een strikt en geheim verstandshuwelijk bestaat tussen de oorlog en de markt en als de winst van de handel blind, doof en stom is tegenover alles wat met het welzijn van de mensen te maken heeft, dan is de mijnbouw een voortdurende bron van oorlog, interne conflicten, verarming van de gemeenschappen, ontheemding van de bevolking, staatsgrepen en sociale verdeeldheid.
De logica van die werkelijkheid vertrekt van het feit dat de mijnbouw midden de gemeenschappen plaats vindt, op het land dat ze altijd bewerkt hebben, op het vruchtbaar land naast de rivier en waterbronnen. De metalen hebben niet geleerd de mensen te ontwijken en daar waar metalen zitten, zijn er roofvogels die proberen de bevolking te veranderen in aas en het metaal te omvormen tot de bevoorrechte patiënt, die meer waard is, veel meer, dan om het even welke persoon met een hoed op, met schoenen onder het stof, met broeken met lege zakken, met hemden zonder knopen en die protesteren en proberen te verhinderen dat de bedrijven hun zaak uitvoeren.
Dit alles gebeurt in Cabañas en het mijnbouw bedrijf dat de “groene mijnbouw” heeft uitgevonden heeft wel de verbeelding van enkele bewoners aangesproken door werk te beloven in een oceaan van werkloosheid; wegen, scholen, kliniekjes, enz. Dat zijn aanbiedingen die in een wereld van hulpelozen aantrekkelijk zijn en de menselijke samenhorigheid naar beneden halen. De bedrijven vangen ook de regeringen, financieren verkiezingscampagnes, kunnen overheidsprogramma’s financieren en kunnen de lokale politiekers controleren, dit alles om aan het eind de zo begeerde rijkdom binnen te halen.
In Cabañas is het tot moorden gekomen. Tot op vandaag zijn er drie mensen vermoord, in de stijl van de doodseskaders van uiterst rechtse groepen, twee mannen en een vrouw, moeder van 7 kinderen en in verwachting. Alle drie verzetten zich tegen de mijnbouw, alle drie leden van de gemeenschap, alle drie verlaten door de regering voor wie ze gestemd hebben; alle drie bedekt met de geheimzinnige mantel die verhindert de moordenaars en de intellectuele auteurs van de moorden op te sporen.
De gemeenschappen van Cabañas die zich verzetten tegen de mijn explotatie en het stilzwijgen van de regering tegenover de feiten zijn het bewijs van de vuurproef van het ogenblik en die zal uitmaken wie er in ons land regeert. Nu is het de markt die de beste kaarten heeft. Maar het volk, zoals altijd, heeft het laatste woord.
Tot zo ver het artikel van vandaag. Tot volgende week maar weer.
Groetjes van
Rosa (Guadalupe) en Willibrord (Guillermo)
No hay comentarios:
Publicar un comentario