Beste allemaal,
Hier zijn we weer met nieuws uit El Salvador. Dit keer over Posada Carriles, moordenaar en anti Castro en de steun die hij kreeg van ARENA presidenten in El Salvador.
Posada Carriles en El Salvador.

Gisteren is in de VS het begin gemaakt van een proces tegen Luis Posada Carriles, omdat hij in 2005 illegaal de VS is binnen gegaan. Geen proces dus in verband met zijn criminele activiteiten tegen Fidel Castro, maar gewoon omdat hij de migratie wetten heeft overtreden.
Het proces wordt hier met belangstelling gevolgd, want Posada Carriles heeft een duister verleden in El Salvador.
In 1960 blies hij een vliegtuig op. 73 mensen, bijna allemaal Cubanen, verloren daarbij het leven. Het was een vliegtuig uit Venezuela en daar werd Posada dan ook veroordeeld. Jaren later wist hij uit de gevangenis te ontsnappen en duikt hij op als CIA medewerker in El Salvador. Bij aankomst in El Salvador krijgt hij meteen een salvadoraanse identiteiskaart, een rijbewijs en militaire papieren onder de naam Ramón Medina. Dat was in 1985, ten tijde van de Christen Democratische president Napoleon Duarte.
In die periode werd Posada de belangrijkste contact persoon tussen de regering Reagan en de contra’s van Nicaragua. Zijn standplaats was de luchthaven van Ilopango dichtbij de hoofdstad San Salvador. Posada coordineerde vanaf het vliegveld de vluchten met wapens voor de contra’s en verdiende daar maandelijks tussen de 6 en 10 duizend dollars mee.
Ook in 1986 werkte hij in Ilopango, waar wapens voor de contra’s vanuit Honduras afkomstig, in opslagplaatsen werden opgeslagen. Minstens 6 vluchten vanaf Ilopango naar Nicaragua, met wapens voor de contra’s heeft hij gecoördineerd. Hier kreeg hij opnieuw alle salvadoraanse identiteispapieren.
In 1994 komt Posada weer op het toneel in Midden Amerika. Hij werkte, blijkbaar op eigen initiatief, maar dat is niet duidelijk, aan de opleiding van huurlingen in Guatemala en El Salvador. Die werden in afzonderlijke en separate groepen opgeleid met als voornaamste doel bommen te gaan leggen in toeristische centra en Cuba. Fraile, een undercover agent van de Cubaanse veiligheidsdienst werd lid van een van die cellen en vertelt dat het Posada persoonlijk was die hem de springstoffen overhandigde om een bom te leggen in de fameuze toeristische attractie in La Havana, de Tropicana Club.
In 1996 werd een salvadoraan in Cuba opgepakt omdat hij ook een bom in een hotel had neergegooid. Raúl Ernesto Cruz León werd ter dood veroordeeld en zit nog steeds op de uitvoering van zijn straf te wachten. Hij wordt straks waarschijnlijk een van de getuigen tegen Posada Carriles.
Tussen 1995 en 1998 kreeg Posada opnieuw het volledige pakketje met salvadoraanse identiteitspapieren. Hoge functionarissen van de toenmalige president Calderón Sol werkten daar aan mee. Een van de onderzoekers naar de oorsprong van die valse papieren zegt: “Ik wil wel noteren dat het heel vreemd is dat de gemeenteambtenaar van Tecapán (in Usulutan) zich herinnert dat die mijnheer aankwam in een auto van het ministerie van onderwijs, vergezeld van een vrouw die een pasje had als functionaris van dit ministerie; bovendien had hij ook lijfwachten mee. Francisco Rodríguez Mena –zo was de nieuwe identiteit van Posada- zei geen woord. Alleen de vrouw regelde alles”.
Op 4 januari 1995 kreeg Posada ook nog een paspoort erbij. Hij heeft dit gebruikt om tot het jaar 2000 te reizen naar Aruba, Sierra Leone, Dominikaanse Republiek, Costa Rica, Liberia.. Met dit paspoort reisde hij naar de Dominikaanse Republiek om daar een aanslag op Fidel Castro te plegen. Die mislukte gelukkig.
Ook is het duidelijk dat Posada in 1997 verschillende keren belde met Cubaans-Amerikaanse zakenmensen in de VS om financiering te vragen voor de aanslagen in Cuba.
In 2000 vliegt Posada, vanuit El Salvador naar Panamá. Met een nieuw paspoort. In Panamá zou een top van Latijns Amerikaanse regeringsleiders plaats vinden en daar zou Fidel Castro bij zijn. De cubaanse veiligheidsdiensten wisten van de bedoelingen van Posada, verwittigden de panamese veiligheidsdiensten en Posada werd opgepakt, samen met zijn salvadoraans paspoort. Tijdens de verhoren gaf Posada toe gedurende jaren de steun van de salvadoraanse overheid te hebben gekregen, met name van de ARENA regeringen.
In 2002 werd hij, de dag voor haar aftreden als presidente van Panamá, door Mireya Moscoso vrijgelaten. Hij zou dan enkele jaren geleefd hebben in Honduras en El Salvador, tot hij in 2005 opdook in de VS, waar hij opgepakt werd voor illegaal binnen komen.
Zowel Venezuela als El Salvador hebben om uitlevering van Posada gevraagd, maar de VS vinden zijn migratie proces belangrijker dan de moorden en aanslagen.
De verdediger van Posada wil dat het verleden van zijn klant bij de CIA ter sprake komt in het proces, want, zo zegt hij: “De lange jaren dienst in de CIA hebben er voor gezorgd dat Posada een beetje verward is, geheugenverlies kent”. Dat zal de verdediging gebruiken om alle tegenstrijdige verklaringen van Posada te uit te leggen...
De (centrum) linkse president van El Salvador, Mauricio Funes heeft laten weten dat hij bereid is om alles wat hier bekend is omtrent Posada en zijn beschermers aan de VS over te dragen “als daar om gevraagd wordt”. Roberto Lorenzano, een volksvertegenwoordiger van het FMLN zegt dat hij te weinig informatie heeft om over het proces en over Posada zelf te kunnen oordelen. Milena Calderón, van ARENA, gelooft dat het onderwerp Posada Carriles gebruikt wordt om er politiek voordeel uit te halen, het is een “rookgordijn” dat andere nationale problemen verbergt.
Wat ook het resultaat van het proces zal zijn dat nu op 1 maart formeel begint, Posada Carriles zal nooit veroordeeld worden voor zijn criminele daden. Anders moet men ook Ronald Regan posthuum gaan veroordelen, samen met verschillende salvadoraanse ex-presidenten.
Tot een volgende keer maar weer.
Groetjes van
Rosa (Gualadulpe) en Willibrord (Guillermo)
No hay comentarios:
Publicar un comentario