Nog steeds geen
beslissing omtrent de militairen. Waarom?
Gabriël Labrador schreef
daar een veel te lang artikel over in het digitale dagblad El Faro. Ik maak er
hier een korte samenvatting van, met hier en daar eigen commentaar.
Op 15 maart 2016 om 9 uur beslisten de
11 aanwezige magistraten van het Hoger Gerechtshof, samen in de vergaderenzaal
van het Justitie Paleis dat het “Verzoek tot uitlevering gevraagd door het
Koninkrijk Spanje in het geval van de jezuïeten” het tweede agenda punt zou
worden. Toen ze zo ver waren werd er niet meer gedialogeerd, maar veranderde de
toon in persoonlijke diskwalificaties, gesluierde aanvallen en insinuaties over
de intenties van sommigen om bepaalde groepen te bevoordeligen.
Die vergadering vond plaats een maand nadat vier
militairen door de Nationale Burger Politie werden aangehouden. Samen met 13
andere, voortvluchtige militairen worden ze door Spanje opgeëist om het proces
tegen hen te beginnen in verband met de moord op zes jezuïeten en twee
medewerksters in het jaar 1989. Dat gebeurde dus tijdens de laatste jaren van
de burgeroorlog en het blijft een voortdurende controverse die de maatschappij
verdeelt tussen degenen die zeggen dat je het verleden moet vergeten en
begraven en degenen die rechtvaardigheid eisen. Dezelfde controverse zien we in
verband met de amnestie wet die na de oorlog door de uiterst rechtse ARENA
partij goedgekeurd werd, zogezegd om na de oorlog met een schone lei te kunnen
beginnen.
De magistraten tijdens de
zitting.
Een van de magistraten, die ook lid is van de
grondwettelijke rechtbank, Sidney Blanco, was niet aanwezig. Wel had hij een
petitie ingediend die als een bom overkwam bij zijn collega’s.
Blanco wil zelf niet mee beslissen over de uitlevering
van de militairen, omdat hij tijdens het schijnproces in El Salvador, eerst
openbaar aanklager was en later ook nog een advokaat van de familie van de
slachtoffers. Tenslotte was hij in Spanje een getuige. Hij vindt dat hij van te
voren al een positie heeft ingenomen die hem niet toelaat om nu neutraal aan de
beslissing deel te nemen. Terecht.
Maar Blanco, in zijn petitie vraagt dat zijn collega’s
van de Grondwettelijke Rechtbank, (Belarmino Jaime die voorzitter van het Hoger
Gerectshof was van 2009 tot 2012 en Rodolfo González) zich ook moeten
verontschuldigen en niet mee beslissen in de zaak jezuïeten.
In mei 2012 had het Hoger Gerechtshof immers beslist
dat de militairen niet zouden uitgeleverd worden. Belarmino Jaime besliste mee.
Dus is hij, volgens Blanco, ook bevooroordeeld. Toen werd die beslissing
genomen omdat de interpretatie van een oproep van Interpol anders begrepen
werd. De salvadoraanse rechtbank zei toen dat zo’n oproep alleen diende om de
militairen te lokaliseren, niet om ze gevangen te nemen. Maar in een latere
zitting werd die mening herzien, op basis van internationale afspraken.
De hele discussie van de magistraten tijdens de
zitting van 15 maart ging dus feitelijk niet over het al of niet uitleveren van
de militairen aan Spanje. Tot op vandaag (27 april) is dat dus nog steeds het
geval. De hele discussie gaat over wie wel en wie niet moet deelnemen aan de
beslissing. Dat kan dus nog weken of maanden duren...
Ondertussen komen de familie leden en vrienden van de
militairen die al meer dan twee manden gevangen zitten op straat en op de
televisie. Zij eisen de onmiddellijke vrijlating van de gevangenen om “humanitaire
redenen” en omdat de voorhechtenis volgens hen al veel te lang duurt. De gevangen
militairen worden nu als slachtoffer voorgesteld. Uiteraard spreken de familie
en vrienden helemaal niet over de moordpartij. Alleen zeggen ze daaromtrent dat
er in El Salvador al rechtspraak is gebeurd en dat niemand twee keer voor dezelfde
feiten kan veroordeeld worden.
Belarmino Jaime zei tijdens die zitting dat in mei
2012, toen hij voorzitter was van het Hoger Grechtshof, er informatie van de
rechtbank door zijpelde naar de militairen die daarmee argumenten en elementen
toegespeeld kregen voor hun verdediging.
De discussie duurde 5 uur en 34 minuten. Persoonlijke
aanvallen, proberen zichzelf te verdedigen, enz. Maar geen beslissing over de
uitlevering.
Om het even welke magistraten wel en welke niet mogen
mee beslissen, er is geen enkele reden meer om de militairen niet uit te leveren.
Tijdens het eerste proces in El Salvador in 1991 ging
het alleen om de arme soldaatjes die effectief de jezuïeten dood geschoten
hadden (lees: het bevel hebben uitgevoerd op straffe van zelf gedood te
worden). Sommigen van hen werden ook veroordeeld maar kwamen anderhalf jaar
later vrij, dank zij de amnestie wet.
Het tweede proces ging wel over de “intellectuele
moordenaars” maar was duidelijk een show. Alle bewijzen waren ondertussen verdwenen,
de getuigen werden bedreigd, en noem maar op. Dus een totaal ongeldig proces
dat alle betrokken militairen vrij sprak.
De spaanse rechter die nu de uitlevering van de
militairen eist baseert zich dus op de ongeldigheid. Daarmee neemt hij het
argument van de familie en de vrienden van de militairen weg die zeggen dat
niemand twee keer voor eenzelfde feit kan geoordeeld worden.
Verder zijn er duidelijke afspraken tussen Spanje en
El Salvador die de uitlevering regelt.
Er staat de opperrechters dus maar een ding te doen:
Beslissen om de (nu vier) gevangen militairen aan Spanje uit te leveren en om
de zoektocht naar de andere 13 voortvluchtige militairen door te zetten. En,
dit alles zo snel mogelijk. Laat ze maar ophouden mekaar te verdenken en te
bekladden. Rechtvaardigheid is belangrijker dan dat.
Tot een volgende keer maar weer,
Groetjes van,
Rosa (Guadalupe) en Willibrord (Guillermo)
No hay comentarios:
Publicar un comentario