Veiligheid in El Salvador in gevaar.
Vrije vertaling van een artikel door Francisco Guzmán
in de krant El Independiente.
Op
16 januari 2012 zal het precies twintig jaar geleden zijn dat de
vredesaccoorden , na moeizame onderhandelingen tussen de salvadoraanse regering
en het Front Farabundo Martí voor de Nationale Bevrijding (FMLN), ondertekend
werden. Maar er valt volgend jaar geen vrede te vieren.
De
accoorden verplichtten de guerilla om hun wapens te vernietigen en de
volksstrijders naar huis te sturen. Het leger moest het met minder soldaten
doen en werd verplicht om zich aan de grondwet te houden die aan het leger oplegt
om het land en zijn integriteit te verdedigen. De repressieve instellingen
verdwenen met de vredesaccoorden.
De
pas opgerichte Nationale Burger politie moest zorgen voor de veiligheid van de
bevolking en de staatsinstellingen moesten geleid worden door democratische
eenheden die zuivere verkiezingen, mensenrechten, rechtspraak, respect voor de
mensen, voor hun eer en hun bezittingen moesten garanderen. Niets van wat
oorzaak voor de oorlog was, mocht zich herhalen.
Twintig
jaar later heeft die burgeroorlog zich omgevormd tot een sociale oorlog.
Degenen die beweren dat er nu meer wapens in het land zijn en gebruikt worden dan
toen, overdrijven niet.
De
salvadoranen maken zich zorgen omdat president Mauricio Funes dezelfde fouten
maakt als zijn recente voorgangers Francisco Flores en Antonio Saca. De eerste
ging het geweld te lijf met de wet “van de harde hand” en de tweede met de wet “van
de super harde hand”. Beiden kenden alleen mislukkingen.
Funes
zet meer politie in en vermenigvuldigt de politie operaties tegen de laagste
trap van de georganiseerde misdaad (de jeugdbendes). Tegelijk geeft hij aan het
leger de verantwoordelijkheid om de wegen, de gevangenissen en de gebieden die
door de gewapende misdaad gecontroleerd worden te patrouilleren, precies daar
waar de tactiek van een mobiele oorlog de conventionele legers annuleren.
De
bevolking stelt zich drie vragen waarop de presidentiële raadgevers minstens
een commentaar zouden moeten geven:
-
Waarom is er geen decreet
dat in het hele land alle wapens verbiedt?
-
Waarom is er geen aanpak
tegen de grote drugshandelaren?
-
Waarom is er geen controle
op degenen die met de basisvoeding van het volk speculeren?
Het
is algemeen bekend dat belangrijke politici en ex regerings functionarissen
volop wapens bezitten en die zelfs aan internationale misdadigers verkopen.
President Funes heeft bevoorrechte informatie, gegevens en analyses door de
staatsveiligheid; hij kent de tijgers maar pakt alleen de katten aan.
Alleen
door tijdens de twee jaar van zijn regering de informatie uit de verschillende
media de lezen, samen met de informatie van de politie en de rechtbanken is het
voldoende om te weten hoe groot de massa wapens in het land is, om de
drugstrafiek te kunnen meten en om te weten wie (en hoe) op de basisvoeding
gespeculeert.
Met
de miljoenen die de Nationale Begroting spendeert aan de Openbare Veiligheid
zou men beter werkgelegenheid creëren en de economische crisis aanpakken. De
grote sucessen van Gezondheid, Opvoeding en Openbare werken zouden bepalend
moeten zijn voor de hele regering.
Onbetwistbare
feiten die we kunnen afleiden van het dagelijkse gebeuren in het land tonen aan
dat de regering maar een beperkte macht heeft; de werkelijk macht is in handen
van rechts en dit rechts is helemaal niet bekommerd om de drie grote problemen
die het land teisteren. Voor rechts is het alleen belangrijk dat de regering
mislukt, want dan kan links klappen krijgen tijdens de verkiezingen ( van
burgemeesters en volksvertegenwoordigers) van maart 2012.
Als
president Funes niet uitkijkt naar andere opties die betere resultaten kunnen
opleveren, dan zijn er op korte termijn geen argumenten om de vrede in El Salvador
te bereiken.
In
1992 eindigde de burgeroorlog, maar de sociale vrede is nog ver weg. Het is een
strijd bergop.
Tot
zover het artikel.
Groetjes
van Rosa (Guadalupe) en Willibrord (Guillermo)
No hay comentarios:
Publicar un comentario