Op bezoek in een wijk
gecontroleerd door de jeugdbendes.
Met Esther, medewerkster van
de Evangelische Omroep en Jeroen, freelance cameraman gaan we samen met Padre
Toño naar de wijk die dicht bij de markt Tinetti ligt. We gaan er op bezoek bij
Nidia, die de padre gebeld had, want ze wilde hem spreken.
Voor je in die wijk komt doe
je er beter aan om samen te gaan met iemand die daar bekend is. Beter nog, je
gaat er alleen maar als je de toestemming van de leiders van de bende hebt.
De wijk ligt in een diepe
droge bedding, onzichtbaar vanaf de weg, zoals de meeste marginale wijken in de
hoofdstad. Er staan een zestigtal kleine huisjes, gebouwd met assestenen. Erg
klein: ze hebben een kleine “woonkamer” die voor alles dient, een slaapkamertje
en een plek om af te wassen en de was te doen. Meestal wonen daar families van
minstens zes mensen in. Niet een echte sloppenwijk, maar duidelijk een plaats
waar de meest armen een onderkomen hebben.
Je moet via trappen de wijk
in. Eenmaal binnen liggen de huisjes allemaal langs kleine gangetjes. Iedereen
kijkt dus uit op het huisje van de buren. Alle deuren staan open (houten
planken die gelukkig ook open kunnen dienen als ramen) dus de muziek van de ene
buurman of buurvrouw moet door de anderen meebeluisterd worden. Privé leven is
er nauwelijks.
Meteen bij het binnenkomen in
de wijk merk je dat je geobserveerd wordt, zeker als je er binnenkomt met een
joekel van een camera, zoals Jeroen die graag op zijn schouder heeft. Gelukkig
groet padre Toño snel een paar jongeren en vertelt hen dat wij zijn vrienden
zijn en dus betrouwbaar. Tenslotte overtuigt hij hen dat de opnames niet in El
Salvador vertoond zullen worden, want de journalisten zijn hollanders.
We komen binnen bij Nidia die
ons haar verhaal vertelt. Ze werkt elke dag op de markt. ’s Avonds thuis bakt
ze reepjes (bak) bananen of ander fruit om dat de volgende dag op de markt te
verkopen. Ze is alleenstaande moeder, want ze werd door haar man zo heftig
geslagen dat ze er bijna een oog bij heeft verloren. Uit schrik voor haarzelf,
maar vooral voor haar jongens heeft ze de moedige beslissing genomen bij haar
gewelddadige en altijd dronken man weg te gaan. Dat betekende natuurlijk dat ze
zelf voor de weinige inkomsten moest gaan zorgen en dat daardoor de opvoeding
van haar drie zonen minder aandacht kreeg. Om de jongens toch op de een of
andere manier te kunnen “controleren” stuurde ze hen met de bakbananen de
straat op om die te verkopen of hield ze hen dicht bij haar op de markt.
Een paar jaar geleden werd
een van haar zonen door de politie opgepakt. Hij werd beschuldigd een moord te
hebben gepleegd. Zoals alle moeders ontkent ze dat. Wel kwam het hard aan dat
haar zoon lid was van de bende 18 (een van de twee grote en soms criminele
bendes van het land). Toen hij opgepakt werd had hij een paar dollars op zak.
Volgens Nidia was dit geld dat hij verdiend had met de verkoop van de
bakbananen. Volgens de politie was dit geld dat hij verkregen had door
afpersing. Afpersing is een van de methodes van de bendes om aan geld te komen.
Haar oudste zoon werd niet veroordeeld voor moord, maar wel omdat hij lid was
van de bende 18 (lid zijn van een bende is strafbaar, volgens een nieuwe wet)
en omdat hij een afperser was.
Groter was de verbazing en
het leed van Nidia toen ze vaststelde dat niet alleen haar oudste zoon, maar
ook de twee anderen lid zijn van de bende. Het is voor haar een voortdurende
onrust. De onzekerheid of er morgen weer een opgepakt wordt of wat dan ook. Zij
had gedacht dat ze de jongens veilig had opgevoed. Nu beseft ze dat ze haar “werk
als moeder” niet goed heeft kunnen doen.
De drie jongens zitten in het
rehabiliterings programma van de padre, maar dat is een erg lang proces. Zonder
de “toestemming” van de leiders van de bende kom je nooit los en is
rehabilteren dus vrijwel onmogelijk. De padre heeft krediet bij de leiders van
die kliek en hoopt dus dat het lukt. Moeder Nidia vraagt steun aan de padre om
naar de oogarts te kunnen gaan en daarna de medicijnen te kunnen aanschaffen.
Tijdens het hele gesprek zit
half buiten het huis een jongen voortdurend mee te luisteren. Steeds vaker komt
er “toevallig” iemand binnen om “wat te doen”. Buiten komen er steeds meer
jongeren langs lopen terwijl ze naar binnen kijken. De spanning in de wijk is
erg goed voelbaar. Zenuwachtig heen en weer geloop is er een duidelijk teken
van.
Als het gesprek is afgelopen
gaan wij naar buiten. Aan beide uiteinden van het gangetje staat een groep
jongeren (bendeleden) naar ons te
kijken. Padre Toño raadt ons aan toch maar even te wachten alvorens het
gangetje uit te gaan. Hij gaat naar de jongeren toe en praat zo’n kwartiertje met
hen. De gemoederen zijn weer bedaard. Hij heeft de leiders ervan overtuigd dat
niets van de opnames via de lokale TV kanalen zal worden uitgezonden. Hij
luistert naar hun verhaal, belooft steun aan de wijk en alles is weer voor een
tijdje rustig.
We zijn blij als we terug in
de auto zitten, die verderop geparkeerd stond, en alles achter de rug is. Maar
toch blijven we denken aan moeder Nidia en haar moeilijk leven. Blijven vechten
voor het goede is haar doel, maar met drie kinderen in de bende wordt dat erg
moeilijk. De dagelijkse onzekerheid is moordend, ook voor Nidia als moeder.
Tot een volgende keer maar
weer
Groetjes van
Rosa (Guadalupe) en
Willibrord (Guillermo)
1 comentario:
hallo Guillermo en Rosa,
Indrukwekkend verhaal. Weet je wanneer het wordt uitgezonden op tv hier?
hartelijke groet,
Mario Verhoeven, Amsterdam
Publicar un comentario