sábado, 11 de junio de 2011

El Salvador: Tussen leven en dood, angst en hoop, deel 5


Op bezoek in een wijk gecontroleerd door de jeugdbendes.

Met Esther, medewerkster van de Evangelische Omroep en Jeroen, freelance cameraman gaan we samen met Padre Toño naar de wijk die dicht bij de markt Tinetti ligt. We gaan er op bezoek bij Nidia, die de padre gebeld had, want ze wilde hem spreken.

Voor je in die wijk komt doe je er beter aan om samen te gaan met iemand die daar bekend is. Beter nog, je gaat er alleen maar als je de toestemming van de leiders van de bende hebt.

De wijk ligt in een diepe droge bedding, onzichtbaar vanaf de weg, zoals de meeste marginale wijken in de hoofdstad. Er staan een zestigtal kleine huisjes, gebouwd met assestenen. Erg klein: ze hebben een kleine “woonkamer” die voor alles dient, een slaapkamertje en een plek om af te wassen en de was te doen. Meestal wonen daar families van minstens zes mensen in. Niet een echte sloppenwijk, maar duidelijk een plaats waar de meest armen een onderkomen hebben.

Je moet via trappen de wijk in. Eenmaal binnen liggen de huisjes allemaal langs kleine gangetjes. Iedereen kijkt dus uit op het huisje van de buren. Alle deuren staan open (houten planken die gelukkig ook open kunnen dienen als ramen) dus de muziek van de ene buurman of buurvrouw moet door de anderen meebeluisterd worden. Privé leven is er nauwelijks.

Meteen bij het binnenkomen in de wijk merk je dat je geobserveerd wordt, zeker als je er binnenkomt met een joekel van een camera, zoals Jeroen die graag op zijn schouder heeft. Gelukkig groet padre Toño snel een paar jongeren en vertelt hen dat wij zijn vrienden zijn en dus betrouwbaar. Tenslotte overtuigt hij hen dat de opnames niet in El Salvador vertoond zullen worden, want de journalisten zijn hollanders.

We komen binnen bij Nidia die ons haar verhaal vertelt. Ze werkt elke dag op de markt. ’s Avonds thuis bakt ze reepjes (bak) bananen of ander fruit om dat de volgende dag op de markt te verkopen. Ze is alleenstaande moeder, want ze werd door haar man zo heftig geslagen dat ze er bijna een oog bij heeft verloren. Uit schrik voor haarzelf, maar vooral voor haar jongens heeft ze de moedige beslissing genomen bij haar gewelddadige en altijd dronken man weg te gaan. Dat betekende natuurlijk dat ze zelf voor de weinige inkomsten moest gaan zorgen en dat daardoor de opvoeding van haar drie zonen minder aandacht kreeg. Om de jongens toch op de een of andere manier te kunnen “controleren” stuurde ze hen met de bakbananen de straat op om die te verkopen of hield ze hen dicht bij haar op de markt.

Een paar jaar geleden werd een van haar zonen door de politie opgepakt. Hij werd beschuldigd een moord te hebben gepleegd. Zoals alle moeders ontkent ze dat. Wel kwam het hard aan dat haar zoon lid was van de bende 18 (een van de twee grote en soms criminele bendes van het land). Toen hij opgepakt werd had hij een paar dollars op zak. Volgens Nidia was dit geld dat hij verdiend had met de verkoop van de bakbananen. Volgens de politie was dit geld dat hij verkregen had door afpersing. Afpersing is een van de methodes van de bendes om aan geld te komen. Haar oudste zoon werd niet veroordeeld voor moord, maar wel omdat hij lid was van de bende 18 (lid zijn van een bende is strafbaar, volgens een nieuwe wet) en omdat hij een afperser was. 

Groter was de verbazing en het leed van Nidia toen ze vaststelde dat niet alleen haar oudste zoon, maar ook de twee anderen lid zijn van de bende. Het is voor haar een voortdurende onrust. De onzekerheid of er morgen weer een opgepakt wordt of wat dan ook. Zij had gedacht dat ze de jongens veilig had opgevoed. Nu beseft ze dat ze haar “werk als moeder” niet goed heeft kunnen doen.

De drie jongens zitten in het rehabiliterings programma van de padre, maar dat is een erg lang proces. Zonder de “toestemming” van de leiders van de bende kom je nooit los en is rehabilteren dus vrijwel onmogelijk. De padre heeft krediet bij de leiders van die kliek en hoopt dus dat het lukt. Moeder Nidia vraagt steun aan de padre om naar de oogarts te kunnen gaan en daarna de medicijnen te kunnen aanschaffen.

Tijdens het hele gesprek zit half buiten het huis een jongen voortdurend mee te luisteren. Steeds vaker komt er “toevallig” iemand binnen om “wat te doen”. Buiten komen er steeds meer jongeren langs lopen terwijl ze naar binnen kijken. De spanning in de wijk is erg goed voelbaar. Zenuwachtig heen en weer geloop is er een duidelijk teken van.

Als het gesprek is afgelopen gaan wij naar buiten. Aan beide uiteinden van het gangetje staat een groep jongeren  (bendeleden) naar ons te kijken. Padre Toño raadt ons aan toch maar even te wachten alvorens het gangetje uit te gaan. Hij gaat naar de jongeren toe en praat zo’n kwartiertje met hen. De gemoederen zijn weer bedaard. Hij heeft de leiders ervan overtuigd dat niets van de opnames via de lokale TV kanalen zal worden uitgezonden. Hij luistert naar hun verhaal, belooft steun aan de wijk en alles is weer voor een tijdje rustig.

We zijn blij als we terug in de auto zitten, die verderop geparkeerd stond, en alles achter de rug is. Maar toch blijven we denken aan moeder Nidia en haar moeilijk leven. Blijven vechten voor het goede is haar doel, maar met drie kinderen in de bende wordt dat erg moeilijk. De dagelijkse onzekerheid is moordend, ook voor Nidia als moeder.

Tot een volgende keer maar weer
Groetjes van
Rosa (Guadalupe) en Willibrord (Guillermo)

1 comentario:

Anónimo dijo...

hallo Guillermo en Rosa,
Indrukwekkend verhaal. Weet je wanneer het wordt uitgezonden op tv hier?

hartelijke groet,
Mario Verhoeven, Amsterdam